Waarom niks doen zo moeilijk is – en waarom het zo belangrijk is voor je welzijn

Afgelopen week had ik een moment van rust in de sauna van het vakantiehuis waar ik met mijn familie verbleef. Iedereen was gaan zwemmen, dus ik had alle tijd voor mezelf. Eindelijk even helemaal niks!

Maar, zoals wel vaker het geval is, blijkt niks doen makkelijker gezegd dan gedaan. Zodra je even stilzit, begint je hoofd zich vrijwel meteen af te vragen wat je nou eigenlijk aan het doen bent. Je denkt aan de honderd andere dingen die je zou kunnen doen, de “nuttigere” dingen.

Waarom is niks doen zo moeilijk?

Veel mensen ervaren de neiging om iets te gaan doen, zodra ze zich vervelen of rust nemen. Deze onrust is in veel gevallen een gevolg van de constante stroom van gedachten die ons vertelt dat we “nuttig” moeten zijn. We voelen ons vaak schuldig als we niets doen. Het is als een soort interne druk om altijd bezig te zijn, productief te zijn. Maar juist het tegenovergestelde is essentieel voor je welzijn.

De kunst is dus, hoe moeilijk ook, om juist dan te blijven zitten. En daar begint het echte werk.

De eerste 20 minuten zijn het moeilijkst

Wat veel mensen niet weten, is dat ons hoofd en zenuwstelsel maar liefst 20 minuten nodig hebben om over te schakelen van de “doen” modus naar de “zijn” modus. Na 20 minuten niks doen, begint het hoofd vaak te roepen:

• “Ik moet dit nog doen.”
• “Niet vergeten om dat te regelen.”
• “Zou ik niet beter even dit kunnen checken?”

Dit zijn de automatische gedachten die opkomen zodra je lichaam niet in beweging is. Maar wat als je deze gedachten gewoon toestaat en daarna weer laat gaan?

De kracht van even helemaal niets doen

Die eerste 20 minuten van niks doen (of in ieder geval van prikkelarme bezigheden zoals zitten, liggen of rustig ademhalen) kun je zien als het opladen van je interne batterij. Het is alsof je jezelf letterlijk opnieuw oplaadt, wat je lichaam de energie geeft om verder te kunnen gaan.

Het mooiste effect bereik je echter als je nog wat langer niks doet. Na die eerste 20 minuten schakelt je hoofd eindelijk echt over naar de “zijn” modus. Dit is een staat waarin je even niets hoeft te doen, nergens naartoe hoeft en even niemand hoeft te zijn.

Waarom niks doen verslavend is

En geloof me, die staat van zijn is bijna verslavend. Na even helemaal niets te hebben gedaan, voelt het alsof je een mini-vakantie hebt gehad. Je hoofd is leeg, je voelt je opgeladen, en de dagelijkse druk lijkt minder zwaar.

Niks doen is niet alleen belangrijk voor je fysieke gezondheid, maar het heeft ook enorm positieve effecten op je mentale welzijn. Door tijd in de “zijn” modus door te brengen, verbeter je je focus, verlaagt je stressniveau en vergroot je je creatief vermogen.

De voordelen van regelmatig niks doen

Het klinkt misschien contra-intuïtief, maar rust nemen en niks doen kunnen de sleutel zijn tot meer controle over je leven. Wanneer je jezelf de tijd gunt om je hoofd en lichaam volledig te ontspannen, wordt de constante druk in je gedachten minder. Het helpt je om je batterij op te laden, maar ook om een betere balans te vinden in je dagelijkse leven.

Hoe begin je met niks doen?

Als je merkt dat je moeite hebt om te ontspannen of rust te nemen, begin dan klein. Bouw je “niks doen” conditie langzaam op:

• Begin met 5 minuten: Zet een timer en probeer 5 minuten helemaal niets te doen. Kijk hoe je je voelt.
• Geef jezelf toestemming: Herinner jezelf eraan dat het oké is om af en toe niet productief te zijn.
• Zet de wereld even uit: Zet je telefoon en andere apparaten uit om jezelf de ruimte te geven om te ontspannen zonder afleiding.

Niks doen heeft tijd nodig om te oefenen, maar als je eenmaal gewend raakt aan deze staat van zijn, zul je merken dat het steeds makkelijker wordt. Je zult zelfs de voordelen opmerken: minder stress, meer grip op je emoties en een gevoel van hernieuwde energie.

Ben jij goed in niksen, of vind je het moeilijk om helemaal tot rust te komen?